ErTAZeens | 20 JAAR TAZ

Marinekazerne

Graaf De Smet De Naeyerlaan 52/56
8400 Oostende

De site ligt tot laat in de 18e eeuw in agrarisch gebied, net buiten de vesten van Oostende. De militaire aanwezigheid op het Hazegras dateert van 1741 wanneer Maria-Theresia van Oostenrijk, in strijd met de Franse koning Lodewijk XV, er kazernes laat bouwen voor de Engelse hulptroepen.

Het militaire complex komt er onder het Hollandse Bewind in 1815. Dan start de bouw van een militair hospitaal, kazernes, kruitmagazijnen en een magazijn voor artillerie. In 1861 wordt er op het Hazegras een parochie gesticht. De hoofdparochie in de stad is te klein geworden en de oudere bewoners kunnen niet meer te voet naar de kerk. Er komt een bejaardentehuis, scholen, een station en een politiebureau.

Als in 1865 de rol van Oostende als vestingstad wordt opgeheven, worden de vestingen ontmanteld. Ook na die ontmanteling blijft de kazerne bestaan, maar in de periode daarna krijgt de buurt een grondige facelift. Zo wordt de haven verder uitgebreid, het huidige Maria-Hendrikapark - toen het Bois de Boulogne en nu ‘’t Bosje’ in de volksmond - en de Graaf de Smet de Naeyerlaan aangelegd en de officiersmess gebouwd.

In 1932 doopt men de kazerne om tot de kazerne Generaal Mahieu, naar de bevelhebber van het 3e Linieregiment tijdens WO I. In de Tweede Wereldoorlog krijgt de buurt heel wat te verduren. Door haar ligging aan de kust en de aanwezigheid van de haven is Oostende voor de Duitse bezetter van groot militair belang. Om de bewoners te beschermen tegen luchtaanvallen wordt bij de kazerne een ‘Luftschutzbunker’ gebouwd.
De nu beschermde bunker maakte deel uit van de Atlantikwal en is door zijn omvang en zijn zadeldak uniek in België en heel zeldzaam in Europa. De bunker is maar liefst 68 m lang en 8,5 m breed, de muren zijn minimaal 1,5 m dik. Tijdens de Koude Oorlog werd de bunker gebruikt als telefooncentrale, later als opslagplaats. Na de oorlog gebruiken de Britten de kazerne een tijd als transitkamp tot in 1946 de Belgische Naval Sectie, de huidige Belgische Zeemacht, er zich vestigt.

In 1956 wordt op de site een nieuw gebouw opgetrokken om de mijnenbestrijdingsschool Eguermin te huisvesten. De kazerne wordt in 1972 genoemd naar bootsman Charles Jonsen. Charles Jonsen was onderofficier bij de Belgische Royal Navy en stierf tijdens een ontmijningsoperatie op de Schelde in 1944. De Zeemacht verhuist vanaf 1976 geleidelijk aan naar Zeebrugge.

De kazerne huisvest vandaag enkel nog de gereputeerde internationale mijnenbestrijdingsschool en enkele kleine diensten. In 2012 beslist de stad om de site te herbestemmen naar woongebied. Het kenmerkende gebouw aan de Graaf de Smet de Naeyerlaan blijft bestaan, maar op de rest van het domein verrijzen (sociale) woningen.

In 2006 organiseert Theater aan Zee er een tentoonstelling met Outsiderkunst, werk uit de collectie van het bekende Gentse Museum Dr. Guislain.